Prikkedam 2 (Zathe II)
De boerderij zoals Jan Dol hem bewoonde
Als de plaats van molen rond 1900 nog steeds de zelfde is als daar waar zij op de kaart van 1685 is ingetekend, dan kan de boerderij t.N.v. de molen ook wel eens de voorloper zijn van de grote stelpboerderij, die tot de jaren “80 van de vorige eeuw op deze stond.
Reint Hendriks de Boer trouwt te Makkinga in 1782 met Froukje Meines, die op Twijtel geboren en getogen is. Ze is een dochter van Meine Harms, die sinds halverwege de 18e eeuw al boer is p Zathe II en de laatste jaren woont op Zathe I, omdat het huis in de jaren "80 is afgebroken. Reint is afkomstig van Nijeberkoop, en het paar vestigt zich er blijkbaar ook. Dochter Hiltje wordt er in 1786 geboren. waarna het paar naar Twijtel komt en gaat wonen op Zathe III. Zeven jaar later vertrekt hij richting Schoterland. Om vervolgens in 1802 met zijn vrouw Froukje Meines - haar vader Meine Harms is dan overleden - vanuit Hoornsterzwaag weer naar Makkinga terug te keren. Ditmaal naar Zathe I mag ik aannemen. Reint vertrekt in 1831 weer naar Schoterland, waar hij in 1833 in Hoornsterzwaag overlijdt. Hij is dan 77 jaar.
1829 De zathe wordt verkocht
In 1829 verkopen Nicolaas van Heloma (Grietman van Ooststellingwerf, wonende te Wolvega) en Marcus van Heloma (student te Groningen) voor Fl. 4007,- Zathe en landen te Makkinga aan Trijntje Jans Oosterkamp (boerin te Oldeberkoop, weduwe van Evert Gerrits Akkerman) Ongetwijfeld met de bedoeling haar zoon Gerrit er te laten wonen.
In 1831 vertekken de vorige bewoners Jacob Ruurds van der Brug(gen) en Hiltje Reints de Boer naar Schoterland. Jacob en Hiltje zijn overigens in 1805 in Makkinga getrouwd.
Gerrit Everts Akkerman trouwt in 1835 op 48 jarige leeftijd met de 23 jaar jongere Elisabeth Rommerts Dijkstra uit Oldetrijne. Het paar krijgt drie kinderen die waarschijnlijk op Twijtel het levenslicht zagen. Te weten: Evert (*1836), Pietje (*1837) en Rommert (*1840). Elisabeth overlijdt al in 1941 op slechts 31-jarige leeftijd. Gerrit trouwt na zijn huwelijk van slechts 6 jaar niet weer. In 1845 verruilt hij Twijtel voor Olde- of Nijeberkoop. Hij sterft in 1866 en is dan 79 jaar.
Gerrit had overigens uit een eerder huwelijk in 1830 met Zwaantje Abels Hoginga, die in 1833 overleed, al drie kinderen. Allen geboren in Weststellingwerf. Resp: Sander (*1830), Trijntje (*1832) en Abel (*1833). Op 19 oktober 1835 komt Gerrit vanuit Wolvega naar Makkinga, Twijtel dus.
Imke Sjoerds de Boer is waarschijnlijk vanaf 1844 boer op Zathe II. Ze huren van de familie Akkerman. In dat jaar komt in ieder geval zijn vrouw Antje Jans Brommer over vanuit Nijeberkoop. In 1856 vertrekken Imke en Antje met hun kinderen naar Oosterwolde.
In 1956 wordt Jan Johannes Schurer (*1824 Makkinga) boer op Zathe II Hij is in 1855 getrouwt met Triijntje Gerrits Akkerman. Ze krijgen 3 kinderen: Zwaantje (*1856 Makkinga), Johannes (*1858 Makkinga) en Egbertje (*1859 Twijtel). Trijntje overlijdt in 1860.
In 1861 trouwt Jan Johannes Schurer ten tweede male. Trijntje Wybes Siegersma (*1833 Nijeholtpade) is de bruid. Vijf jaar later komt een zoon ter wereld. Wijbe (*1866 Twijtel)
Een flink aantal personeelsleden werkte bij boer Schurer op Zathe II. O.a. de meiden: Hiltje Sakes Hiemstra, Lutske Hettes Stelma, Antje Klazes Zijlstra, Geesje Hendriks Scheper en Hendrikje Meines Mulder. Laatst genoemde is een dochter van Meine Pieters Mulder, die landbouwer is op Twijtel. De knechten zijn Sieger Wybes Oosterveld, Berend Jans Waldus, Douwe Pieter Hofstra, Hendrik Harms Bethlehem, Meine Jans Poppinga (zoon van de timmerman uit Makkinga), Jan Reinders Kunst en Dirk Waldus. En ook neef Willem Matthijs Schurer is een tijdje knecht bij Jan Schurer.
Opvallend is verder een in 1868 inwonende dame. Ze is 'niet verwant' en afkomstig uit 's Gravenhage. Haar naam: Constantia Catarina van der Does. Het jaar daarop trouwt ze in Gorredijk, op 40-jarige leeftijd met de 20 jaar oudere ' genees- en heelkundige' Willem Hugo Hanzon uit Genemuiden. Wat bracht deze majoorsdochter uit een 'oud'adelijke familie op Twijtel?
1877 De zathe wordt verkocht
Op vrijdag 17 november 1877 wordt door notaris Metzlar uit Oldeberkoop de Zathe en Landen (Ruim 80 ha in 32 percelen) provisioneel geveild, mede op verzoek van T.H. Buitenga te Wolvega, voor 'S.G. Akkerman en Mede Eigenaren'.
De weduwe van Yske Sents van der Meer, Aaltje Everts Akkerman uit Oldeholtpade - ze is dus een van de erfgenamen - verkoopt in dat jaar voor fl. 18.541 de zathe en landen op Twijtel aan Lammert Gerrits Oosterhof (Veehouder te Oldeberkoop).
In 1877 zijn dit de landerijen die bij de boerderij behoren
Lammert Gerrits Oosterhof zal er samen met zijn echtgenote Gerritje Geerts Nijholt, waarmee hij in 1867 is getrouwd, gaan wonen. Begin 1878 is dat nog niet het geval. Hoogstwaarschijnlijk is men dat jaar in mei naar Twijtel gekomen. Hoewel het bevolkingsregister vermelt dat het gezin zich in oktober 1880 hier inschrijft, wordt dochter Femmigje in maart 1879 onder Makkinga geboren. Hun kinderen zijn: Margjen (*1867 Oldeberkoop), Margje (*1868 Oldeberkoop), Geert (*1970 Oldeberkoop), Gerrit (*1972 Oldeberkoop), Gerrit (*1973), Hielkje (*1875 Oldeberkoop), Remmelt (*1877), Femmigje (*1879 Twijtel), Antje (*1881 Twijtel?), Wiebe (*1883 Twijtel), Ieke (*1885 Twijtel) en Rigtje (*1888 Twijtel). In 1892 vertrekken de Oosterhof's met hun jongste kinderen weer. Ze gaan naar Hoornsterzwaag.
1891 De zathe wordt verkocht
Hendrik Harmens Houtman, veehouder te Nijeberkoop, koopt in 1891 de zathe en landen te Twijtel voor fl. 2998,- van Lammert Gerrits Oosterhof. Hendrik Houtman, die in 1836 in Makkinga werd geboren, trouwt in 1882 op 46-jarige leeftijd met de 7 jaar oudere Jitske de Jong uit Lippenhuizen. Tot die tijd woonde hij blijkbaar afwisselend in Wijnjeterp en Nijeberkoop. Na zijn huwelijk vinden we hem voornamelijk terug in onder Nijeberkoop. In 1907 is hij woonachtig in Makkinga. Daarna, in 1911 wordt hij weer onder Nijeberkoop genoemd. Kortom, wanneer hij op Twijtel woonde is (nog) onduidelijk. Jitske overlijdt in 1914 en Lammert in 1918.
In 1891 is Hendrik Harmens houtman eigenaar van de boerderij en groen-gekleurde percelen
Andries Egberts Dol uit Haule heeft trouwde in 1877 met Abeltje Jans Mulder Drie jaar later, in 1880 kocht de arbeider Andries Dol eerst een boerderij in de Haule. Die doet hij in 1921 weer van de hand. Het paar woont dan al meerdere jaren op Twijtel. Abeltje is overigens geboren in Appelscha als dochter van de korenmolenaar Jan Jans Mulder en Geertje Jacobs Zandstra.
Hun kinderen heten achtereenvolgens: Grietje (*1878 Appelscha), Jan (*1885), Egbert (*1888 Haule), Geert (*1893-1894), Geert (*1895).
Zoon Jan Dol woont nog bij zijn ouders in als die later naar Twijtel verhuizen. Als in 1929 Andries komt te overlijden zet Jan het boerenbedrijf voort. Zijn moeder blijft bij hem in wonen.
Jan Dol
De boerderij van Dol (rond 1960?) Wie staan er op?
Hij bleef ongehuwd. Ynze Boek,die eveneens ongehuwd was, en die in Nijberkoop zijn bezittingen was kwijtgeraakt, kwam bij hem in wonen. Mevrouw Hagen, de moeder van de welbekende Anne Hagen uit Nijeberkoop ging er geregeld heen om de huishouding te doen. Ook zou Antje Pauw dat werk er hebben gedaan (aldus Jannie Haanstra)
Foto’s 200.. (RdV) Jan Dol en zijn ouders liggen bergraven op de algemene begraafplaats te Makkinga
Nadat de boerderij was afgebrand bouwde Slager(?) er een woonboerderij weer op.
Lange tijd was de oude boerderij te bereiken vanaf het L-vormige pad, dat eindigde bij het molenerf. Later (rond 1900) loopt de zandweg Grintweg/Prikkedambrug er langs. De laatste drie decennia ligt het perceel aan de geasfalteerde Prikkedamweg, net t.Z.v. de kruising met de Kuinderweg.
Maak jouw eigen website met JouwWeb